Wijken voor druk.

06-09-2021

Opzij, opzij, opzij.

Heb je ooit iemand gezien die met alle macht zijn of haar paard weg wou duwen? Of paarden die verschrikkelijk hangen in de hand bij het rijden? Deze paarden zullen waarschijnlijk slecht of niet wijken voor druk. Wijken voor druk druist in tegen de natuurlijke principes van het paard. Als een paard besprongen wordt door een roofdier zal het paard ertegenin gaan en beginnen bokken. Dit is een natuurlijke reflex, maar absoluut niet handig als je veilig wilt werken met paarden. Je zult ze dus moeten leren dat opzij gaan voor de druk een beter idee is.

Soorten druk.

Er bestaan twee soorten druk, namelijk:

  • Constante druk of wijken voor een gevoel
  • Ritmische of druk of wijken voor een suggestie

Door het instinct van een paard, zal hij eerder wijken voor een suggestie. Zodoende leggen paarden ook de oren plat naar elkaar om duidelijk te maken dat de ander aan de kant moet gaan. Er is op dat moment geen fysiek contact en toch gaat de ander aan de kant. Wijken voor druk is moeilijk voor paarden, daarom neemt het wel wat tijd in beslag om dit correct te leren. De bedoeling is dat je je paard leert te reageren op de druk die jij hem fysiek geeft. Hij moet respectvol reageren en er mag geen weerstand zijn.

Het is trouwens heel normaal dat je paard de neiging heeft om tegen druk in te gaan. De natuur heeft paarden zo gemaakt, omdat tegen druk in gaan het veiligste is. Roofdieren grijpen vaak naar de hals van een dier om de luchtpijp te blokkeren. Als het paard weg trekt (en dus wijkt voor druk) zou zijn hals open scheuren. Om diezelfde reden bokken paarden wanneer ze besprongen worden door een roofdier. Als ze zouden meegaan met deze druk wordt de rug opengereten, als ze tegen deze druk ingaan werken ze het roofdier van zich af. Zonder een goede opbouw, is het dus logisch dat een paard zich verzet tegen de ruiter. Gewoon omdat zijn natuur hem opdraagt om dit te doen.


De juiste hulpen.

Je lichaamstaal is heel belangrijk, je moet uitstralen dat je wil dat je paard iets doet. "Ga weg van de druk die ik je ga geven" is wat je lichaamstaal hem zegt. Je moet duidelijk zijn voor je paard, als jij je houding niet aanpast dan zal jouw paard het verschil niet kunnen zien en de oefening niet kunnen uitvoeren. Als je paard niet weet wat hij moet doen krijg jij de verkeerde reactie. Veel mensen vergeten hun houding aan te passen en vragen zich daarna af waarom het paard niet doet wat er gevraagd wordt. Zorg dus dat je bewust bent van jouw houding! De constante druk moet steeds langzaam opgevoerd worden totdat je een reactie krijgt. Zodra je reactie krijgt, moet je weer loslaten. Hoe zacht of sterk deze druk is, is verschillend bij elk paard in het begin. De bedoeling is om het paard te trainen om te wijken voor de lichtste druk. Je begint dus ook altijd met de lichtste druk en bouwt alleen of opdien nodig. Dat wilt zeggen, als je geen of te laat een reactie krijgt van je paard. Geef je paard ook de tijd en de kans om het juiste antwoord te geven. Heb geduld en werk in vier fases.

Er zijn vier fasen voor de sterkte van de constante druk zijn:

  • Raak de vacht aan
  • Raak de huid aan
  • Raak de spieren aan
  • Raak het bot aan


De eerste fase is de lichtste druk, vaak omschreven als 'het aanraken van de vacht'. De vierde fase is de sterkste druk, wat nodig is om effectief te zijn, ook wel omschreven als 'het aanraken van het bot'. De tweede en derde fasen zitten hier tussenin, ook wel 'het aanraken van de huid' en 'het aanraken van de spieren'. Bij de minste reactie in de juiste richting, laat je meteen alle druk los (denk aan je release!) . Het paard leert niet van de druk, maar van het loslaten van de druk. Hij gaat het loslaten zien als beloning en associëren met opzij gaan. Je paard leert dus dat als hij opzij gaat, de druk ook verdwijnt. 

Het is heel belangrijk om de druk meteen los te laten zodra een paard ook maar probeert te bewegen. Als je de druk blijft opvoeren nadat je een reactie hebt gehad, snapt het paard het principe niet meer en zal het alleen maar meer druk kosten om hem te laten bewegen. Let erop dat je steeds in fase 1 begint, want veel mensen werken alleen in fase 2 of 3. Dit is voor het paard verwarrend én je zal hem nooit licht krijgen op de hulpen als jij altijd met zware hulpen start. 

Wissel het wijken voor druk af met 'neutrale' aanrakingen over het lichaam. Het aaien is een onderdeel van je vertrouwensrelatie. Als je je paard meteen begint te duwen, dan zal hij op den duur defensief worden. Zijn instinct voor vluchten zal opkomen, dit betekent dat hij geen vertrouwen in jou heeft en zelfs een beetje angst. Het paard weet in het begin niet hoe hij moet reageren op de druk die jij hem geeft. Daarom is het belangrijk om hem te aaien en dan pas druk te geven.

Achterhand en voorhand verplaatsen.

Om het wijken voor druk toe te passen, start ik vaak met het verplaatsen van de voorhand en de achterhand. Ook voorwaarts en achterwaarts verplaatsen is belangrijk, maar dit bespreken we morgen wat uitgebreider.

De voorhand verzetten is belangrijk omdat je graag controle wilt over de voeten van je paard. Zowel onder het zadel als op de grond. Tevens is het een goede leiderschapsoefening die paarden in groep bij elkaar toepassen.

Om te beginnen ga je aan de linkerkant van je paard staan. Je draait je naar zijn hals, zodat jouw linkerarm dichter bij zijn hoofd staat, en je rechterarm dichter naar zijn achterhand staat. Je neemt je touw in je rechterhand en de overschot van je touw in de linkerhand. Je bouwt een beetje druk op naar achter, omdat paarden vaak in hun schouders hangen. Het is niet gemakkelijk om je schouders of voorhand te verplaatsen als je er letterlijk met 70% van je gewicht op leunt. Een stapje achterwaarts maakt dat de druk van de voorhand afkomt. Vervolgens ga je met je rechterhand zacht drukken op de schouder en met je linkerhand drukken op de kaak. In eerste instantie zal er misschien weinig reactie zijn, dus kan je de druk lichtjes opbouwen. Beloon onmiddellijk bij de juiste beweging door de druk los te laten! Zorg er ook voor dat je meestapt in de richting van je paard als hij vlotter wordt in deze beweging. Nu kan je ook oefenen aan de andere kant, het aantal passen vergroten, en nog zoveel meer.

De achterhand verzetten is belangrijk omdat je hier gaat leren je paard te reageren op de druk van het been. Je begint op de grond, zodoende gebruik je jouw hand als been. Om het makkelijker te maken voor je paard kan je beginnen om de druk toe te passen meer richting de achterhand, om nadien de druk langzaam te verschuiven naar de plaats waar je been zou liggen.

Om te beginnen ga je ook hier aan de linkerkant van je paard staan. Indien je paard onrustig is omdat je aan de achterhand bent is het een idee om eerst met neutrale aanrakingen te beginnen. Je hebt nog niets gevraagd dus je paard dient gewoon stil te staan. Vervolgens, als je paard stil staat, kan je lichte druk geven aan de buik. Als je paard een stap opzij zet beloon je hem onmiddellijk.

Daily Challenge

De voorhand en achterhand van je paard verzetten. Je gaat het echt nodig hebben tijdens het rijden, dus begin zeker al met oefenen.

Denk aan de fases die we eerder bespraken, begin altijd met de vacht aan te raken en bouw alleen de druk op als het nodig is. Denk er ook aan dat het loslaten van de druk zijn beloning is. Probeer dus ook de druk weg te laten als je paard de oefening juist doet (of in de juiste richting) en niet als hij ongewenst vooruit of achteruit gaan. Veel succes!