De natuurlijke scheefheid. Deel 1

10-12-2021

Als je rijdt met je paard, of grondwerk doet, dan zal het je vast al opgevallen zijn dat alle oefeningen aan één zijde gemakkelijker uitgevoerd worden dan aan de andere zijde. Dit noemt men de natuurlijke scheefheid van je paard en je kan het vergelijken met het linkshandig of rechtshandig zijn bij mensen. Elk paard heeft een sterkere maar ook stijvere kant, en een lossere maar ook zwakkere kant. Maar dit is slechts de laterale scheefheid, er zijn meer scheefheden dan alleen deze vorm.

Paarden zijn van nature niet symmetrisch ontwikkeld. In de natuur is dit niet zo'n groot probleem. Maar als je jouw paard wilt rijden, zal je hem moeten rechtrichten om blessures en pijnklachten te voorkomen.

Er zijn meerdere symptomen van een scheef paard. Maar ik geef je alvast de volgende symptomen mee:

  • Spanning bij het rijden.
  • Over de schouder wegvallen op de cirkel.
  • Over een zijde gemakkelijk afwenden, over de andere zijde niet.
  • Steeds versnellen in tempo, met name in galop.
  • Verzet, bokken en steigeren.
  • Teugelkreupelheid of het bit vastnemen, soms alleen bij specifieke oefeningen.
  • Niet kunnen halsstrekken.
  • Steeds overkruist of contragalop aanspringen.
  • Kantelen of schudden van het hoofd en tandenknarsen.
  • Overbelasting, kreupelheden en blessures in de gewrichten en weke delen.

Zulke scheefheden zijn onaangenaam voor het paard en kunnen ook een gigantische mentale impact hebben. Zo heb ik de dingen in het vet aangeduid, die ruiters vaak aanvoelen als verlies van controle. Dit voelt niet alleen voor jou zo, maar ook voor je paard. Het is normaal dat hier extreme reacties uit voortvloeien, aangezien de scheefheid van je paard hem ongemak en mogelijks pijn bezorgt.

Een scheef paard kan dus zijn ongemak uiten in gevaarlijke gedragingen, die ons vaak angstig en onzeker maken!

Een scheve ruiter heeft een grote invloed op het evenwicht van het paard. Door de binnenhand over de manenkam te verplaatsen, zal het paard over de buitenschouder vallen.
Een scheve ruiter heeft een grote invloed op het evenwicht van het paard. Door de binnenhand over de manenkam te verplaatsen, zal het paard over de buitenschouder vallen.

Probleem oplossing of symptoom bestrijding?

Soms worden allerhande hulpteugels zoals een slofteugel, bijzetteugel of martingaal ingezet om het paard zijn hoofd te laten zakken en tot nageven en rond maken te dwingen. De oplossing zit echter niet in het hoofd te fixeren, maar in het lichaam eerst los te krijgen (lees: ontspanning) en nadien de juiste spieren te ontwikkelen (lees: aanspanning). Hulpteugels hebben helaas een opsluitende en fixerende houding, waardoor de onderhals zich zal aanspannen, de rug wordt weggedrukt, het achterbeen niet kan ondertreden en het paard nog meer op de voorhand zal lopen.

Daarnaast mogen we het mentale effect van hulpteugels niet onderschatten. Door de hoge druk van deze hulpteugels werkt het vaak nieuwe problemen in de hand, zoals weerstand, achter de teugel lopen, op de hand leunen en kreupelheid.

Het is dus van belang om niet de symptomen te bestrijden, maar de oorzaak aan te pakken. De oorzaak van de meeste scheefheidproblemen is de natuurlijke asymmetrie van het paard. Het rechtrichten is de oplossing.

Dit paard valt op de binnenschouder door zijn verticale scheefheid. Als compensatie van dit  evenwichtsverlies loopt hij in contrastelling. De hulpteugels helpen niet in zijn scheefheid. Indien de ruiter de hulpteugels korter zou maken zou ze aan symptoombestrijding doen.
Dit paard valt op de binnenschouder door zijn verticale scheefheid. Als compensatie van dit evenwichtsverlies loopt hij in contrastelling. De hulpteugels helpen niet in zijn scheefheid. Indien de ruiter de hulpteugels korter zou maken zou ze aan symptoombestrijding doen.
De scheefheden van het paard

1. Laterale scheefheid

De laterale scheefheid is de natuurlijke buiging in de wervelkolom, van nek tot staart, naar links of naar rechts. Het paard is dus naar links of naar rechts gebogen. Het paard dat linksgebogen is heeft een holle kant aan de linkerzijde van zijn lichaam, en een bolle kant aan de rechterzijde van zijn lichaam. Het paard buigt daardoor (in dit voorbeeld) gemakkelijker naar links dan naar rechts. Aan de holle kant zitten de korte, sterke spieren en aan de bolle kant de lange, slappe spieren.

2. Horizontale scheefheid

De horizontale scheefheid is de onevenwichtige verdeling van het gewicht over de voorhand en de achterhand. De horizontale scheefheid betreft het op de voorhand lopen. De voorbenen zijn veel zwaarder belast dan de achterbenen, omdat de voorhand meerdere onderdelen draagt (Hoofd, hals, en voorbenen) dan de achterhand (achterbenen en staart). Als gevolg hiervan dragen paarden ongeveer 3/5 van het gewicht op de voorhand en 2/5 op de achterhand.

3. Diagonale scheefheid

Door de impact van de andere scheefheden, zal het zwaartepunt van jouw paard zich diagonaal verschuiven. Het paard loopt lichtjes zijdelings, je kan het vergelijken met de beweging van een krab. Dit komt omdat het ene achterbeen sterker is dan het andere. Daardoor zal het ene been meer stuwen en het andere meer dragen. Door dit stuwen duwt het paard zijn evenwicht richting het schuin tegenoverliggende voorbeen. Hierdoor legt het paard meer gewicht op het ene dan op het andere voorbeen. Je merkt dit vooral in de voltes en kan het vergelijken met overstuur en onderstuur.

4. Verticale scheefheid

Als laatste kan het paard scheef lopen ten opzichte van de horizon of grond. Dit wordt de verticale scheefheid genoemd. In vrijheid zien we dit vaker als paarden aan een hoog tempo de bocht proberen door te komen. Het lijkt alsof ze plat door de bocht gaan en je herkent het aan de typische houding waarbij het hoofd en de nek naar buiten geduwd worden, als 'tegenhanger', om in balans te blijven. Het lichaam valt dan weer naar binnen.

Op deze foto kan je zien dat het linkerachterbeen in het spoor loopt van het rechter voorbeen. Door de diagonale scheefheid kan het paard zijn binnenachterbeen niet onder de massa brengen en gaat de dragende functie ervan verloren.
Op deze foto kan je zien dat het linkerachterbeen in het spoor loopt van het rechter voorbeen. Door de diagonale scheefheid kan het paard zijn binnenachterbeen niet onder de massa brengen en gaat de dragende functie ervan verloren.

De oplossing is rechtrichten.

De natuurlijke scheefheid bij jonge paarden is vaak een probleem dat zich situeert in de spieren. Dit kan je oplossen door het correct trainen van de spieren. Maar blokkades, zowel mentaal als fysiek, hebben ook een groot effect op de scheefheid van je paard. Zo zal een paard met ongemak en/of een blessure zich onmogelijk kunnen ontspannen, waardoor de weg naar rechtrichten bemoeilijkt wordt. Zodoende wordt het voor het paard onmogelijk om zijn lichaam correct te gebruiken. Onderschat ook de stand van de hoeven niet. Paarden met pijnlijke hoeven zullen deze proberen te ontlasten door een andere houding aan te nemen, waardoor het paard zijn lichaam niet correct gebruikt. Hetzelfde geldt voor tandproblematiek, gastro-intestinale ongemakken zoals maagzweren, systeemziekten zoals PPID en insuline resistentie, en nog zoveel andere aandoeningen. Een goede osteopaat zal deze blokkades in het lichaam opsporen en je helpen om de scheefheid van je paard te verbeteren.

Een rechtgericht paard is op alle vlakken in evenwicht en:

  • Is symmetrisch ontwikkeld in het volledige lichaam, hij heeft de juiste spieren en balans ontwikkeld .
  • Heeft een symmetrisch bewegingspatroon, waardoor ze alle oefeningen zowel linksom als rechtsom gelijkmatig kunnen uitvoeren.
  • Zal zich kunnen verzamelen en oprichten om zo de voorbenen te ontlasten. .

Het doel van de dressuur is het ontwikkelen van een rijkunstig evenwicht, waarbij het paard 3/5 van zijn lichaamsgewicht draagt met zijn achterbenen.

De levade is geen trucje om je paard te leren. Alleen als het paard sterk genoeg is om 100% procent van zijn gewicht met de achterbenen te dragen, zal men een correcte levade kunnen uitvoeren..
De levade is geen trucje om je paard te leren. Alleen als het paard sterk genoeg is om 100% procent van zijn gewicht met de achterbenen te dragen, zal men een correcte levade kunnen uitvoeren..

Rechtrichtende buigingsarbeid

De oefeningen die we gebruiken voor het rechtrichten, bestaat uit een systeem van logisch opeenvolgende en telkens zwaarder wordende oefeningen die het paard sterker maken.

Op de volte leert het paard zijn lichaam te buigen, van nek tot staart, en in een voorwaarts neerwaartse houding te bewegen. Vervolgens wordt de schouder binnenwaarts geïntroduceerd om nog meer flexibiliteit in lijf en ledematen tot stand te brengen. De schouder binnenwaarts zorgt dat het binnen achterbeen onder het zwaartepunt gebracht wordt. De travers wordt geïntroduceerd als de schouder binnenwaarts bevestigd is. In de travers leert het paard ook zijn buitenachterbeen tot dragen te brengen. De renvers, het appuyement en de pirouette zijn allemaal afgeleide vormen van de travers. Maar met een hogere moelijkheidsgraad.

De zijgangen maken beide achterbenen individueel buigzaam en de zijgangen dragen bij aan het perfectioneren van de rijkunstige balans van het paard. Zij stellen het paard in de gelegenheid om zich meer en meer te verzamelen met als resultaat dat het paard sterker en sterker in de achterbenen wordt. In de piaffe moeten beide achterbenen nog meer inbuigen, en beurtelings dragen zij het gewicht van het paard. De voorbenen zullen uiteraard het lichaam ondersteunen, maar de achterbenen dragen het gewicht.


Rechtrichtende oefeningen

  • Buigingsoefeningen in stilstand
  • Voltes en slangenvoltes
  • Buigingsoefeningen in beweging
  • Schoudervoor en schouderbinnenwaarts
  • Travers en renvers
  • Appuyeren
  • Werkpirouette
  • Hogeschool oefeningen

Deze oefeningen rijden we in een volgorde van de volgende elementen

  1. Lengtebuiging
  2. Voorwaarts neerwaarts
  3. Ondertreden
  4. Buiging van het binnenachterbeen
  5. Buiging van het buitenachterbeen
  6. Buiging van de beide achterbenen beurtelings (piaffe)
  7. Buiging van de beide achterbenen tegelijk (levade)